28apr 20Nieuwsbrief mei 2020

In deze COVID-19 periode met social distancing als de norm doet het krijgen van een brief, een telefoon of het voeren van een video chat of –conferentie deugd.   Op 25 april, de dag waarop de VVK voorjaarsvergadering in Brugge had moeten doorgaan heeft er een videoconferentie plaatsgevonden tussen het VVK bestuur en de Vlaamse pediatrische diensthoofden van universitaire en regionale ziekenhuizen.  Het werd een boeiende, gestructureerde vergadering waarin verschillende aspecten van de COVID-19 crisis besproken werden.

Eerst en vooral werden de verschillende door de regering geplande financiële  steunmaatregelen in verband met de COVID-19 crisis belicht.  Het gaat o.a. zowel om een hinderpremie, een overbruggingsrecht, de mogelijkheid tot uitstel van de betaling van belastingen als om speciale nomenclatuurnummers voor triage en teleconsult zowel voor (kinder)artsen als voor kinderneurologen.   Een overzicht van de verschillende maatregelen en de voorwaarden om hieraan te voldoen vindt u via deze link.  Op de RIZIV website vindt u de aanpassingen voor de accrediteringsaanvraag.  Tot slot kan de vergoeding van de stagemeester voor 2019 nu via de RIZIV website aangevraagd worden.

In de interactieve discussie werd veel aandacht besteed aan de huidige toestand in de Vlaamse kinderafdelingen en de problemen die ervaren worden.   De opnames op de kinderafdelingen, de dagziekenhuizen en het aantal kinderen op spoed zijn nagenoeg tot een tiende herleid.   Er werden weinig kinderen opgenomen die COVID positief waren en de meeste daarvan waren ook niet ernstig ziek.   Aan de andere hand zijn er al schrijnende verhalen van collateral damage.   Dit zou men ook meer willen objectiveren aan de hand van het “Cocoda register” (Corona Colateral Damage) waaraan u vriendelijk wordt verzocht om deel te nemen. Alle pediatrische diensthoofden hebben een log-in voor dit register. U kan uw casus doorgeven aan uw diensthoofd om deze te registreren, of zelf een log-in aanvragen aan dr.deguchtenaere@gmail.com.

Veel tijd werd besteed aan het geleidelijk heropstarten van de klinische praktijkvoering, vermoedelijk vanaf 4 mei.   Vanuit de overheid werd gevraagd om een lijst op te stellen van dringende pathologie.   Een dergelijke lijst opstellen is evenwel onmogelijk.  Ze zal altijd onvolledig zijn en een bepaalde pathologie moet ook steeds in de context van het kind en van zijn gezin gezien worden.    Het is aan de kinderarts om professioneel en in eer en geweten te beslissen of zorg dringend of niet is.   Deze boodschap zal aan de overheid overgemaakt worden. 

Momenteel wordt de zorg vooral in twee stromen – infectieus en niet infectieus – georganiseerd.   Geleidelijk aan wil men dit onderscheid laten varen maar dit zal tijd vergen.  De angst bij ouders is immers zeer groot en zal eerst weggenomen moeten worden.    Er werden ook specifieke vragen o.a.  rond ontsmetting van materialen en meubilair na raadplegingen gesteld aan  de nationale pediatrische COVID-19 Task Force.   Zoals in de voorbije weken zult u hiervan geregeld een update ontvangen.   Men moet wel beseffen dat dit vaak om compromissen gaat en dat deze adviezen nog naar de lokale situatie moeten aangepast worden

Tot slot maakt het bestuur en alle diensthoofden kindergeneeskunde zich grote zorgen omtrent het nog niet opstarten van onderwijs voor de allerkleinsten.  Dit uitstel riskeert een negatieve invloed te hebben op hun ontwikkeling.    Gezien de kleuters en jonge kinderen ook weinig besmettelijk zijn is er ook geen wetenschappelijke basis om het herstarten van het kleuteronderwijs langer voor zich uit te schuiven.   De onredelijke angst van leerkrachten en vakbonden moet ontkracht worden zodat jonge kinderen alle kansen krijgen om zich verder te ontplooien.   Samen met de COVID-19 Task Force zal het VVK bestuur deze problematiek in de media brengen.

VVK - bestuur

← Terug naar overzicht